20 maanden sprong: waarom slaapt je peuter zo onrustig?
De 20 maanden sprong is een periode waarin veel peuters ineens slechter slapen, huileriger zijn en meer willen klimmen, testen en ontdekken.
Voor ouders voelt het vaak alsof alle eerdere vooruitgang in slaapgedrag ineens weg is, juist nu je dacht dat het rustiger werd.
In dit artikel lees je wat er rond de 20 maanden gebeurt, waarom dit invloed heeft op slapen en krijg je praktische, zachte strategieën om je kind én jezelf door deze fase te helpen.
Wat is de 20 maanden sprong precies?
Rond 20 maanden zie je bij veel kinderen een duidelijke ontwikkelingspiek. Ze begrijpen meer taal, worden motorisch handiger en krijgen een sterkere eigen wil.
Die combinatie zorgt vaak voor onrust: in hun hoofd gebeurt veel, maar hun emotieregulatie loopt nog achter. Dat merk je overdag én in de nacht.
Sommige ouders herkennen dit als een soort verlengde van eerdere sprongen, zoals de 18 maanden sprong, maar dan met nog meer peutergedrag: nee zeggen, grenzen testen en plotselinge driftbuien.
Niet ieder kind laat precies op 20 maanden veranderingen zien. Bij de een start het al rond 18 maanden, bij de ander pas na 21 maanden. Het gaat om de ontwikkelingsfase, niet om de exacte datum.
Belangrijk is om te beseffen dat deze fase normaal is en meestal tijdelijk. Je kind leert veel nieuwe vaardigheden en dat kost energie, tijd en veiligheid.
Ontwikkeling rond 20 maanden: wat verandert er in je kind?
Rond de 20 maanden sprong zie je vaak een enorme sprong in taalbegrip. Je kind begrijpt korte opdrachtjes, herkent routines en kan simpele zinnetjes volgen.
Tegelijkertijd kan je kind nog niet alles zeggen wat het wil. Dat verschil tussen begrijpen en kunnen uiten, kan frustratie en driftbuien geven, zeker als je kind moe is.
Motorisch worden veel kinderen in deze fase echte klimmers. Ze klimmen op de bank, stoelen en soms zelfs in of uit het bedje. Dat vraagt om extra aandacht voor een veilige slaapomgeving.
Ook de sociale ontwikkeling gaat hard. Je peuter gaat meer eigen keuzes willen maken: zelf lopen, zelf eten, zelf bepalen wie er naar bed brengt. Dat hoort bij gezonde autonomie, maar kan het naar-bed-gaan tijdelijk ingewikkelder maken.
Daarnaast groeit het besef van separatie: je kind merkt duidelijker dat jij weggaat en dat kan spanning geven bij het inslapen of bij nachtelijk wakker worden.
Hoe herken je de 20 maanden sprong in het slaapgedrag?
De 20 maanden sprong herken je vaak aan een combinatie van gedrags- en slaapsignalen. Alleen slecht slapen is niet genoeg om van een sprong te spreken, maar samen met ander gedrag zie je vaak een duidelijk patroon.
Veelvoorkomende signalen zijn:
- Meer strijd bij bedtijd: ineens niet meer willen slapen, nog een boekje, nog een knuffel
- Langer nodig hebben om in slaap te vallen, terwijl het eerder soepel ging
- Nachtelijk wakker worden en je roepen, soms meerdere keren per nacht
- Vroeg wakker worden, bijvoorbeeld al voor 6.00 uur
- Kortere dutjes of dutjes die helemaal geweigerd worden
Daarnaast zie je overdag vaak meer driftbuien, hangerigheid of juist druk gedrag. Sommige kinderen zijn ineens extreem aanhankelijk, anderen juist extra dwars.
Belangrijk is om altijd ook praktische oorzaken uit te sluiten: is je kind niet ziek, heeft het geen pijn, zijn er geen grote veranderingen in de omgeving? Bij twijfel is het verstandig om je huisarts of consultatiebureau te raadplegen.
Slaapritme rond 20 maanden: hoeveel slaap heeft je kind nodig?
Rond 20 maanden zitten de meeste kinderen op één dutje overdag. Gemiddeld hebben peuters tussen 1 en 2 jaar ongeveer 11 tot 14 uur slaap per etmaal nodig, inclusief dat ene dutje.
Dat betekent vaak een dutje van 1 tot 2 uur overdag en nachten van ongeveer 10 tot 12 uur. Maar er zijn grote individuele verschillen. Sommige kinderen redden het prima met iets minder, anderen hebben echt de bovengrens nodig.
Tijdens de 20 maanden sprong kan je merken dat het dutje rommelig wordt. Soms wil je kind niet slapen, soms juist extra lang. Het kan dan helpen om tijdelijk wat flexibeler te zijn met de dutduur.
Merk je dat je kind 's avonds erg lang wakker ligt, terwijl het niet oververmoeid lijkt? Dan kan het zijn dat het dutje iets te lang is geweest. In dat geval kun je voorzichtig experimenteren met iets korter slapen overdag, zonder direct een heel dutje te schrappen.
Bij kinderen die structureel het dutje weigeren, kan het soms passen om af en toe een dutje over te slaan. Doe dat bij voorkeur niet te vaak achter elkaar en let extra goed op vroege slaapsignalen. Meer uitleg hierover vind je bij het thema dutje overslaan.
Bedtijdstrijd tijdens de 20 maanden sprong: wat helpt echt?
Bedtijd kan rond deze leeftijd ineens een strijd worden. Je kind ontdekt dat het "nee" kan zeggen en dat jij daarop reageert. Dat maakt naar bed gaan een interessant moment om grenzen te testen.
Een voorspelbaar, rustig slaapritueel helpt juist in deze fase enorm. Door elke avond ongeveer hetzelfde te doen, weet je kind wat er komt en voelt het meer veiligheid.
Denk bijvoorbeeld aan: opruimen, pyjama, tandenpoetsen, een kort boekje, knuffel en dan in bed. Houd het ritueel liever kort en duidelijk dan heel lang en wisselend. Inspiratie voor een passend ritueel vind je bij het thema slaapritueel.
Probeer tijdens de 20 maanden sprong extra duidelijk maar vriendelijk te zijn. Zeg wat je wél gaat doen: "Nog één boekje, daarna ga je slapen". En houd je daar ook aan, hoe lastig dat soms ook is.
Een praktisch voorbeeld: je kind blijft uit bed komen of roept steeds om water. Spreek vooraf af dat er één keer water is, zet het bekertje naast het bed en verwijs daar rustig naar als je kind nog een keer vraagt.
Scheidingsangst en nachtelijk wakker worden rond 20 maanden
Rond de 20 maanden sprong zie je vaak een toename van separatieangst. Je kind is zich bewuster van jouw aanwezigheid en kan onrustig worden als jij weggaat bij het inslapen.
Dit kan zich uiten in hard huilen zodra je de kamer uitloopt, of in frequent nachtelijk wakker worden en om jou roepen. Dat is emotioneel voor jullie allebei.
In deze fase helpt het om extra voorspelbaar en responsief te zijn. Dat betekent: je kind serieus nemen, troosten en duidelijk laten merken dat je er bent.
Je kunt bijvoorbeeld kort benoemen wat er gebeurt: "Je vindt het moeilijk dat ik wegga. Ik kom zo nog even bij je kijken." Houd die checkmomenten kort en rustig, zonder veel praten of licht.
Voor sommige gezinnen werkt een geleidelijke aanpak goed, zoals de chair methode. Daarbij blijf je in het begin in de kamer zitten en schuif je je stoel stap voor stap verder weg. Belangrijk: ga altijd in het tempo van je kind en stop direct als er veel huilen of paniek ontstaat.
Zachte slaapstrategieën tijdens de 20 maanden sprong
Tijdens de 20 maanden sprong is het extra belangrijk om te kiezen voor zachte, responsieve slaapstrategieën. Kinderen in deze leeftijd hebben nog veel nabijheid en begeleiding nodig bij het reguleren van emoties.
Laat je kind niet lang huilen. Langdurig huilen zonder troost is nooit wenselijk. Stop direct als je merkt dat het huilen toeneemt, schor wordt of paniekerig klinkt.
Wat kan wel helpen?
- Rustig aanwezig blijven bij het inslapen en je aanwezigheid stap voor stap afbouwen
- Je kind troosten in bed en proberen daar ook weer afscheid te nemen
- Consequent dezelfde woorden gebruiken bij bedtijd, bijvoorbeeld een kort slaapzinnetje
- Overdag veel één-op-één aandacht en knuffelmomenten bieden, zodat de emmer van je kind gevuld is
Sommige ouders overwegen op deze leeftijd vormen van slaaptraining. Kies dan bij voorkeur methoden waarbij je in de buurt blijft en je kind regelmatig geruststelt. Meer algemene informatie vind je bij het thema slaaptraining.
Methoden waarbij je je kind langere tijd laat huilen zonder troost, zoals de klassieke cry-it-out benadering, zijn in deze leeftijdsfase extra belastend. Lees bij twijfel altijd eerst over de risico's van de cry it out methode en kies alleen voor aanpakken waarbij je je kind emotioneel blijft ondersteunen.
Wanneer moet je je zorgen maken en hulp inschakelen?
De 20 maanden sprong is meestal een tijdelijke fase. Toch kan het zwaar zijn als je nachten lang onderbroken zijn en je kind overdag ook uit balans lijkt.
Het is verstandig om contact op te nemen met je huisarts of consultatiebureau als:
- Je kind extreem veel huilt, ook overdag
- Je het idee hebt dat je kind pijn heeft of ziek is
- Je kind ineens heel anders ademt tijdens de slaap
- Je zelf uitgeput raakt of het niet meer overziet
Daarnaast kan het helpend zijn om met een professional mee te kijken naar het slaapgedrag en het dagritme van je kind. Op Slaapcoachvinden.nl vind je een overzicht van gespecialiseerde slaapcoaches die ervaring hebben met peuters tussen 1 en 2 jaar.
Een slaapcoach kijkt samen met jou naar het totaalplaatje: ontwikkeling, gezinssituatie, opvoedstijl en praktische haalbaarheid. Zo kun je een plan maken dat past bij jullie kind én bij jullie als ouders.
Heb je eerder al onrust gezien rond de 14 of 15 maanden, bijvoorbeeld tijdens de 14 maanden sprong of de 15 maanden sprong, dan kan deze nieuwe fase extra zwaar voelen. Dat maakt je zorgen begrijpelijk en het is helemaal oké om daar hulp bij te vragen.
Samenvatting: zo kom je samen door de 20 maanden sprong
De 20 maanden sprong is een intensieve, maar normale ontwikkelingsfase. Je kind leert in korte tijd veel nieuwe dingen op het gebied van taal, motoriek, zelfstandigheid en emotie. Dat zorgt vaak voor tijdelijk onrustiger slapen, meer bedtijdstrijd en extra behoefte aan nabijheid.
Met een voorspelbaar dagritme, een rustig slaapritueel en zachte, responsieve slaapstrategieën kun je je kind helpen om zich veilig te voelen in deze storm van ontwikkeling. Laat je kind niet lang huilen, blijf beschikbaar voor troost en bouw veranderingen stap voor stap op.
Blijf ook goed naar jezelf kijken: vermoeidheid en zorgen zijn heel begrijpelijk in deze periode. Zoek steun bij je omgeving en schakel je huisarts, consultatiebureau of een gespecialiseerde professional in als je twijfelt of als het je te veel wordt. De combinatie van begrip voor de ontwikkeling, duidelijke grenzen en veel nabijheid helpt de meeste gezinnen om deze fase weer achter zich te laten.
Veelgestelde vragen
Bij veel kinderen duren de duidelijkste signalen van de 20 maanden sprong enkele weken. Vaak zie je binnen 2 tot 6 weken weer meer rust in het slaapgedrag.
Het kan wel zijn dat bepaalde peuterkenmerken, zoals meer eigen wil en grenzen testen, blijven. Dat hoort bij de leeftijd, maar de extreme onrust neemt meestal af.
Klimmen uit het ledikant is een signaal dat je extra op veiligheid moet letten. Zet het matras zo laag mogelijk en haal voorwerpen weg waar je kind op kan klimmen.
Soms is het nodig om na te denken over een overgang naar een peuterbed. Meer achtergrondinformatie over die keuze vind je bij het onderwerp tot welke leeftijd ledikant.
Zorg voor een voorspelbaar slaapritueel en een rustige overgang naar bed. Dim het licht, beperk schermen in het laatste uur en houd het ritueel elke avond ongeveer hetzelfde.
Blijf in deze fase liever iets langer bij je kind als dat nodig is en bouw je aanwezigheid daarna stap voor stap af. Let goed op slaapsignalen zoals in de ogen wrijven, jengelen of wegkijken.
Veel ouders merken na enkele weken dat hun kind weer makkelijker in slaap valt en minder vaak wakker wordt. Soms gaat het in kleine stapjes: eerst minder strijd bij bedtijd, daarna langere blokken slaap.
Het kan helpen om een paar weken een vast ritme en duidelijke bedtijdgrenzen aan te houden, zodat je kind weer houvast ervaart.
Als slapen vóór deze fase al lastig was, kan de 20 maanden sprong het gevoel geven dat alles nog zwaarder wordt. In dat geval is het extra belangrijk om kleine, haalbare stappen te kiezen.
Je kunt bijvoorbeeld starten met één onderdeel, zoals een vast slaapritueel, en daarna pas werken aan zelfstandig inslapen. Voor sommige ouders is het fijn om hierbij begeleiding te krijgen van een professional die ervaring heeft met peuters.
Gerelateerde slaaptips
Baby slaapt veel bij sprongetje? Oorzaken + 7 tips
Baby slaapt veel sprongetje? Ontdek eindelijk wat normaal is en wat niet. Leer in 7 simpele stappen hoe je je baby 0-16 weken en 4-12 maanden veilig ondersteunt.
7 maanden sprong: waarom je baby ineens slechter slaapt
7 maanden sprong en plots slechte nachten? Ontdek eindelijk simpele, bewezen tips in 5 stappen om je baby weer rustiger te laten slapen, zonder lange huilbuien.
18 maanden sprong: waarom slaapt je dreumes ineens slechter?
18 maanden sprong? Ontdek bewezen tips voor beter slapen bij je dreumes. Eindelijk rust met 5 simpele stappen en deskundig, liefdevol advies.
Interessante slaaptips
Ontdek meer waardevolle tips en inzichten over slaap en welzijn
Slaaptraining dreumes: 7 zachte stappen zonder strijd
Slaaptraining dreumes: ontdek 7 zachte, bewezen stappen voor 1-2 jaar. Eindelijk meer nachtrust zonder huilen, met simpel en veilig advies.
Slaapregressie 11 maanden: wat nu en 7 zachte tips
Slaapregressie 11 maanden? Ontdek eindelijk simpele, bewezen tips in 5 stappen voor rustiger nachten, met advies voor 4-12 maanden en 1-2 jaar.
Inbakeren baby 1 week: veilig en rustig slapen
Inbakeren baby 1 week: ontdek simpel en veilig hoe je je pasgeboren baby tot 16 weken kunt inbakeren, met 5 stappen en bewezen tips voor eindelijk meer rust.
Peuterbedje kiezen: alles voor een goede overgang
Een peuterbedje kiezen voor je kind van 1-2, 2-3 of 3-4 jaar? Alles over veiligheid, slaaproutines en praktische tips voor een soepele overgang naar het peuterbedje.
Baby slaapt veel bij sprongetje? Oorzaken + 7 tips
Baby slaapt veel sprongetje? Ontdek eindelijk wat normaal is en wat niet. Leer in 7 simpele stappen hoe je je baby 0-16 weken en 4-12 maanden veilig ondersteunt.
Kind 20 maanden: zo krijg je rust in het slaapritme
Kind 20 maanden en onrustige nachten? Ontdek simpele, bewezen stappen voor beter slapen, eindelijk meer rust en minder strijd rond bedtijd.
Uitgelichte slaapcoaches
Ontdek gekwalificeerde slaapcoaches die je kunnen helpen