Sprongetjes & ontwikkeling
26 november 2025
8 min lezen
grayscale photo of baby lying on bed

De 15 maanden sprong: wat gebeurt er met slapen?

De 15 maanden sprong is een periode waarin veel ouders merken dat het slapen van hun kind verandert. Je kind kan ineens vaker wakker worden, last hebben van inslaapproblemen of juist heel vroeg wakker zijn. Deze fase hoort bij de normale ontwikkeling, maar kan voor ouders behoorlijk pittig zijn. In dit artikel lees je wat de 15 maanden sprong precies inhoudt, waarom het slapen tijdelijk anders verloopt en wat je concreet kunt doen om deze periode zo goed mogelijk door te komen.

Veel ouders herkennen zich in het beeld: je kind sliep net lekker door, maar ineens lijkt het of er niets meer werkt. Je peuter is overdag sneller van slag, 's nachts vaker wakker en dutjes worden korter of zelfs helemaal overgeslagen. Dat is frustrerend én vermoeiend. Gelukkig zijn er praktische manieren om je kind en jezelf door deze sprong heen te helpen.

In de volgende secties leggen we uit wat er gebeurt tijdens de 15 maanden sprong, hoe je de slaapuitdagingen bij 1- tot 2-jarigen herkent, welke oorzaken meespelen en welke stappen je als ouder kunt zetten. Ook bespreken we hoe je met grenzen en emoties omgaat en wanneer het verstandig is om extra hulp te zoeken.

Wat is de 15 maanden sprong?

De 15 maanden sprong is een duidelijke ontwikkelingsfase bij kinderen tussen 1 en 2 jaar. In deze periode maakt je kind op cognitief en motorisch gebied grote sprongen. Denk aan nieuwe woorden leren, eerste zinnetjes maken, zelfstandig willen doen en meer inzicht in oorzaak-gevolg. Dit soort ontwikkelingen zorgen ervoor dat het brein volop aan het werk is, wat impact heeft op slapen.

Het is normaal dat peuters rond deze leeftijd meer behoefte krijgen aan zelfstandigheid en grenzen gaan opzoeken. Ze willen dingen zelf proberen, raken sneller gefrustreerd als iets niet lukt en kunnen zich moeilijker overgeven aan slaap. Je kind kan onrustig zijn bij het naar bed gaan, plotseling weer moeite hebben met inslapen of 's nachts vaker wakker worden. Deze veranderingen zijn tijdelijk, maar kunnen best heftig aanvoelen.

Een praktisch voorbeeld: een kindje dat ineens zelf zijn beker wil vasthouden, kan zich ook meer verzetten tegen het slaapritueel. Of een kind dat begint te lopen, wordt 's nachts wakker om te oefenen of is onrustig omdat het overdag zoveel nieuwe indrukken opdoet. Ouders merken vaak dat hun peuter in deze fase gevoeliger is voor prikkels en sneller overprikkeld raakt.

Waarom beïnvloedt de 15 maanden sprong het slapen?

Tijdens de 15 maanden sprong wordt het slaapgedrag beïnvloed door verschillende factoren. Allereerst verandert het brein van je kind snel. Nieuwe vaardigheden, zoals lopen of praten, vragen veel energie en verwerken kost tijd. Slaap wordt daardoor onrustiger en kinderen kunnen meer moeite hebben om in slaap te vallen of door te slapen.

Daarnaast speelt separatieangst een rol. Peuters gaan beseffen dat ouders weg kunnen lopen en niet altijd terugkomen. Dit besef zorgt ervoor dat je kind je nabijheid sterker nodig heeft, vooral rondom het slapen. Je peuter kan vaker huilen bij het naar bed brengen of 's nachts naar je roepen. Dit gedrag hoort bij de ontwikkeling, maar vraagt veel geduld van ouders.

Een ander aspect is dat kinderen in deze leeftijdsgroep vaak van twee naar één dutje per dag gaan. Overgangsmomenten zorgen voor vermoeidheid of juist overprikkeling, wat het slapen extra uitdagend maakt. Een kind kan te moe zijn om goed in te slapen, of juist moeilijk in slaap komen doordat het nog niet genoeg slaapdruk heeft opgebouwd.

Herkenbare slaapproblemen bij 1-2 jaar

Slaapproblemen die bij de 15 maanden sprong opvallen, zijn onder andere moeilijk inslapen, vaker wakker worden, vroeger opstaan en kortere dutjes. Het kan ook voorkomen dat kinderen ineens niet meer naar bed willen, meer protesteren of de hele nacht bij ouders willen slapen.

Een voorbeeld uit de praktijk: een peuter die altijd zonder problemen insliep, huilt nu bij het naar bed brengen en wil dat papa of mama blijft zitten tot hij slaapt. Of een kind dat ‘s nachts vaak wakker wordt en niet meer vanzelf inslaapt, maar de aanwezigheid van de ouder nodig heeft om te kalmeren. Dit soort gedrag is normaal tijdens deze ontwikkelingsfase.

Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen tijdelijke onrust door een sprong en structurele slaapproblemen. Meestal verdwijnen deze slaapproblemen vanzelf als de ontwikkeling weer een beetje stabiel is. Als je twijfelt of als het slapen heel lang onrustig blijft, kun je dit bespreken met het consultatiebureau of huisarts.

Praktische tips: zo ondersteun je je kind tijdens de sprong

Consistentie en voorspelbaarheid zijn essentieel tijdens de 15 maanden sprong. Houd zoveel mogelijk vast aan een vast slaapritueel, zodat je kind weet wat er komt. Een slaapritueel geeft houvast en veiligheid. Denk aan samen een boekje lezen, zachtjes zingen of rustig knuffelen voor het slapengaan.

Creëer een rustige en prikkelarme slaapomgeving. Zorg ervoor dat het kamertje niet te licht, te warm of te koud is. Vermijd drukke activiteiten vlak voor het slapen en geef je kind de kans om rustig te landen na een drukke dag. Een vast bedtijdmoment helpt om het lichaam te laten wennen aan het slaapritme, zelfs als het inslapen wat langer duurt.

Blijf gedurende deze periode geduldig en begripvol. Het is normaal dat je kind meer nabijheid vraagt. Je kunt bijvoorbeeld een extra knuffel geven of even bij je kind blijven zitten tot het ontspannen is. Probeer wel stapje voor stapje weer wat afstand te nemen als je kind daaraan toe is, zodat het ook leert dat het zelfstandig kan slapen. De chair methode kan hierbij ondersteunen.

Overgang van twee naar één dutje

De 15 maanden sprong valt vaak samen met de overgang van twee naar één middagdutje. Dit proces verloopt zelden vlekkeloos. Het ene kind is er met 13 maanden aan toe, het andere pas na 18 maanden. De signalen dat je kind toe is aan minder dutjes zijn: moeilijk in slaap vallen bij het eerste dutje, het tweede dutje overslaan of ‘s avonds lang wakker liggen.

Als je merkt dat dutjes steeds lastiger gaan, probeer dan het ochtenddutje langzaam af te bouwen en het middagdutje iets te vervroegen. Geef je kind in de overgangsperiode de kans om af en toe een extra dutje te doen als het erg moe is. Het kan weken duren voordat het nieuwe ritme goed werkt. Blijf alert op signalen van oververmoeidheid, zoals jengelen, huilen of snel boos worden. Soms kan tijdelijk een dutje overslaan helpen om het nieuwe ritme te vinden.

Een voorbeeld: je kind lijkt overdag niet meer moe, maar wordt ‘s avonds juist drukker. Dit kan betekenen dat het klaar is voor één dutje. Probeer het middagdutje dan iets langer te maken en zorg voor extra rustmomenten verspreid over de dag.

Grenzen stellen tijdens de 15 maanden sprong

Grenzen zijn belangrijk voor peuters, juist tijdens een sprong. Je kind test uit wat wel en niet mag, ook rondom slapen. Het kan zijn dat je peuter steeds vaker uit bed komt, huilt als je wegloopt of ‘nee’ roept bij het slaapmoment. Duidelijke en liefdevolle grenzen helpen je kind zich veilig te voelen en het slaapritueel te accepteren.

Leg rustig uit wat de bedoeling is, bijvoorbeeld: “Nu is het tijd om te slapen, mama komt straks weer kijken.” Blijf consequent in je aanpak, ook als je kind protesteert. Probeer niet te veel te onderhandelen, maar houd vast aan het ritme. Je kunt eventueel een slaaptrainerklok gebruiken om visueel te laten zien wanneer het tijd is om op te staan.

Bedenk dat je kind tijdens de sprong niet expres dwars wil zijn, maar gewoon zijn nieuwe vaardigheden oefent en grenzen test. Blijf kalm, geef geruststellende woorden en herhaal het slaapritueel. Het kan helpen om samen een vast zinnetje te hebben, zoals “Welterusten, tot morgen.”

Omgaan met separatieangst en emoties

Separatieangst is rond deze leeftijd heel normaal. Je kind beseft steeds meer dat jij weg kunt zijn en dat levert spanning op, vooral bij het naar bed gaan. Je peuter kan ineens niet meer zonder jouw nabijheid in slaap vallen of wordt ‘s nachts huilend wakker.

Geef ruimte aan deze emoties, maar bied ook duidelijkheid. Je kunt bijvoorbeeld kort bij je kind blijven tot het rustiger is, maar probeer niet elke keer je kind uit bed te halen. Een knuffel of vertrouwde doek kan helpen om zich veilig te voelen. Blijf zelf rustig en voorspelbaar in je reactie, zodat je kind merkt dat alles goed is.

Praktisch voorbeeld: je kind huilt extra hard als je de kamer uitloopt. Spreek af dat je over een paar minuten terugkomt, en doe dit ook echt. Zo leert je kind dat je altijd weer terugkomt. Bouw dit langzaam af zodat je kind weer vertrouwen krijgt in het slapen.

Slaaphygiëne en vaste ritmes voor peuters

Goede slaaphygiëne is belangrijk, juist in periodes van onrust. Zorg voor vaste bedtijden en een voorspelbaar ritme, ook in het weekend. Dit helpt het lichaam van je kind om in een natuurlijk dag-nachtritme te blijven. Houd het bed alleen voor slapen en probeer dutjes en nachtrust zoveel mogelijk op dezelfde tijden te laten plaatsvinden.

Vermijd schermgebruik en drukke activiteiten minimaal een uur voor het slapen. Zorg voor voldoende beweging overdag, maar bouw aan het einde van de dag rustmomenten in. Een rustige overgang van spelen naar slapen ondersteunt het inslapen. In periodes van sprongen kan het nodig zijn om tijdelijk wat flexibeler te zijn, zolang je daarna het ritme weer oppakt.

Een voorbeeld: als je kind overdag niet heeft kunnen slapen, kan het 's avonds oververmoeid zijn. Maak het bedritueel dan extra rustig en houd het kort, zodat je kind niet nog meer prikkels krijgt.

Wanneer professionele hulp overwegen?

Slaapproblemen tijdens de 15 maanden sprong zijn meestal tijdelijk. Ze horen bij de ontwikkeling en verdwijnen vaak vanzelf als je kind zich aanpast aan zijn nieuwe vaardigheden. Toch kan het zijn dat slaapproblemen langer aanhouden, zwaarder worden of dat je als ouder merkt dat je alles hebt geprobeerd en het slapen blijft moeizaam.

In dat geval kan het zinvol zijn om met een professional te kijken naar je situatie. Een slaapcoach kan samen met jou en je kind zoeken naar passende strategieën en ondersteunen bij het opbouwen van een gezond slaapritme. Overleg altijd met het consultatiebureau of huisarts als je je zorgen maakt over de gezondheid of het welzijn van je kind.

Let op signalen als: je kind slaapt langere tijd structureel slecht, is overdag extreem vermoeid of reageert anders dan normaal. Soms spelen medische of emotionele factoren een rol. Blijf niet te lang doorlopen als je voelt dat je vastloopt; er is altijd hulp beschikbaar.

Conclusie: de 15 maanden sprong en slapen

De 15 maanden sprong is een intensieve ontwikkelingsfase die het slaapgedrag van je kind flink kan beïnvloeden. Meer onrust, wakker worden, protest bij het slapen gaan en moeilijke dutjes zijn normaal in deze periode. Het helpt om te weten dat deze slaapproblemen meestal tijdelijk zijn en passen bij wat je kind leert en doormaakt.

Door vast te houden aan routines, grenzen te stellen en begrip te tonen voor emoties, ondersteun je je kind optimaal. Soms vraagt deze fase om wat extra flexibiliteit en nabijheid. Blijf alert op het welzijn van je kind en schakel hulp in als je merkt dat het slapen langdurig problematisch blijft of je je zorgen maakt. Zo geef je jezelf en je kind de beste kans om deze sprong goed door te komen.

Redactie Slaapcoachvinden.nl

Redactie Slaapcoachvinden.nl

Delen:

Hulp nodig bij slaapproblemen?

Vind een gekwalificeerde slaapcoach in jouw buurt en verbeter je slaapkwaliteit.

Gerelateerde slaaptips

Interessante slaaptips

Ontdek meer waardevolle tips en inzichten over slaap en welzijn

Uitgelichte slaapcoaches

Ontdek gekwalificeerde slaapcoaches die je kunnen helpen