Slaaptraining & methodes
3 december 2025
12 min lezen
Cry out methode bij baby van 8 maanden en dreumes van 1,5 jaar in bed terwijl ouder nabij troostend aanwezig is

Cry out methode: moet je dit echt willen?

De cry out methode is een aanpak waarbij je je kind (relatief) lang laat huilen om zelfstandig te leren slapen. Voor jonge kinderen van 4-12 maanden en 1-2 jaar is dit emotioneel én lichamelijk belastend en daarom geen eerste keuze.

Veel ouders komen bij de cry out methode uit omdat ze uitgeput zijn, alles al geprobeerd lijken te hebben en gewoon willen dat iedereen weer slaapt. Dat gevoel is heel begrijpelijk. Je doet niets "fout" omdat je hierover nadenkt; je zoekt een uitweg uit een moeilijke situatie.

In dit artikel leg ik uit wat de cry out methode is, waarom kinderen lang laten huilen nooit gewenst is, welke risico’s er zijn en welke zachtere, meer verbindende alternatieven je wél kunt gebruiken. Met leeftijdsspecifieke tips voor 4-12 maanden en 1-2 jaar, zodat je stap voor stap aan beter slapen kunt werken met zo min mogelijk tranen.

Wat is de cry out methode precies (en waarom voelt het zo heftig)?

Bij de cry out methode leg je je baby of dreumes wakker in bed en reageer je vervolgens (bijna) niet meer op het huilen. Het idee is dat je kind leert dat huilen niets ‘oplevert’ en uiteindelijk zelf in slaap valt. In sommige varianten mag je af en toe kort kijken, maar troosten of oppakken is beperkt of afwezig. Voor veel ouders voelt dit tegenstrijdig met hun instinct om te reageren op hun huilende kind.

Huilen is voor jonge kinderen dé manier om te communiceren. Ze kunnen niet zeggen dat ze moe, bang, overprikkeld of alleen zijn. Als er dan structureel weinig reactie komt, kan dat voor een kind heel onveilig voelen. Dat betekent niet dat kinderen er per definitie blijvende schade aan overhouden, maar het is wel een belangrijke reden waarom langdurig huilen geen wenselijke strategie is, zeker niet bij baby’s en jonge dreumesen.

Ouders die de cry out methode overwegen, zitten vaak al op het randje van wat ze aankunnen. Nachten vol gebroken slaap, onzekerheid, misschien meerdere kinderen in huis of een drukke baan. Juist daarom is het belangrijk om stil te staan bij wat emotioneel haalbaar en verantwoord is, voor je kind én voor jou. Er zijn meer wegen naar beter slapen dan alleen ‘laten huilen’.

Waarom kinderen lang laten huilen nooit gewenst is

Kinderen lang laten huilen is nooit gewenst, omdat huilen bij jonge kinderen een signaal is van behoefte: aan nabijheid, veiligheid, troost of fysieke verzorging. Als daar consequent weinig op wordt gereageerd, kan een kind wel ophouden met huilen, maar dat betekent niet automatisch dat het zich rustig en veilig voelt. Soms geeft een kind simpelweg op. Dat is iets heel anders dan ontspannen in slaap vallen.

Langdurig huilen kan ook lichamelijk belastend zijn. Een kind raakt steeds meer overstuur, de hartslag stijgt, het stressniveau loopt op en inslapen wordt juist moeilijker. Dit zie je bijvoorbeeld bij baby’s die na een lange huilbui uiteindelijk uitgeput in slaap vallen. Dat is geen rustige, herstellende slaap, maar eerder een soort ‘uitschakelen’ na overbelasting.

Daarnaast is er de emotionele kant voor ouders. Veel ouders die een strikte cry out methode proberen, beschrijven achteraf gevoelens van schuld, verdriet of afstand tot hun kind. Ook dat is niet helpend voor jullie als gezin. Slaap is belangrijk, maar de relatie en het gevoel van veiligheid zijn dat net zo goed. Daarom is het verstandiger om te kiezen voor methoden waarbij je kind mag huilen als uiting van gevoel, maar waarbij je wél reageert, troost en grenzen biedt.

Cry out methode bij 4-12 maanden: waarom deze leeftijd extra kwetsbaar is

Tussen 4 en 12 maanden verandert er enorm veel in de slaap van je baby. Rond de bekende 4 maanden sprong gaat de slaap meer lijken op die van volwassenen, met duidelijke slaapcycli. Veel baby’s krijgen dan plots meer moeite met in- en doorslapen. Juist in deze fase zoeken ouders vaak naar oplossingen en komen ze de cry out methode tegen.

Op deze leeftijd spelen ook andere factoren mee: lichamelijke ontwikkeling, sprongetjes, soms doorkomende tandjes, meer bewustzijn van de omgeving en beginnende verlatingsangst. Een baby kan nog niet begrijpen waarom jij niet komt als hij huilt. Het enige dat hij ervaart, is dat hij zich alleen en overstuur voelt. Dat maakt deze leeftijdsgroep extra kwetsbaar voor methoden waarbij je weinig reageert.

Voor baby’s vanaf ongeveer 4-6 maanden kun je wél voorzichtig beginnen met heel milde vormen van slaaptraining, maar dan met veel nabijheid, troost en kleine stapjes. Denk aan kortere wachttijden, je baby steeds weer geruststellen en nooit doorgaan als het huilen heftig of paniekerig wordt. Stop direct bij excessief huilen en neem een pauze. Het doel is niet dat je baby ‘gewoon ophoudt’, maar dat hij zich geholpen voelt om in slaap te komen.

Cry out methode bij 1-2 jaar: separatieangst, peutergedrag en grenzen

Tussen 1 en 2 jaar spelen weer andere processen mee. Veel kinderen doen nog één dutje, kunnen lopen, meer praten en hebben een sterke eigen wil. Tegelijkertijd is de behoefte aan nabijheid vaak groot, door separatieangst en allerlei sprongetjes. Een dreumes of jonge peuter begrijpt al meer, maar kan zijn emoties nog niet goed reguleren en heeft jouw steun daarbij hard nodig.

Bij deze leeftijd wordt de cry out methode soms gezien als een manier om ‘grenzen te stellen’. Bijvoorbeeld: je legt je kind in bed, gaat weg en laat het huilen tot het in slaap valt, in de hoop dat het leert dat naar bed gaan ‘geen discussie’ is. In de praktijk leidt dit vaak tot strijd, angst voor bedtijd en veel meer weerstand. Je kind voelt wel de grens, maar mist de emotionele begeleiding om daarmee om te gaan.

Grenzen zijn juist heel goed te combineren met nabijheid. Je kunt duidelijk zijn: het is tijd om te slapen, je blijft in je bedje. Tegelijk kun je je kind helpen reguleren: erbij blijven, zacht praten, even een hand op de rug. Sommige ouders hebben in deze fase baat bij een zachte methode zoals de chair methode, waarbij je stap voor stap iets verder van het bedje gaat zitten, maar nog wel in de buurt blijft. Ook hier geldt: stop direct als je kind extreem overstuur raakt en neem een stap terug.

Risico’s en valkuilen van huil-gebaseerde methoden

Bij alle methoden waarbij huilen ‘ingecalculeerd’ wordt, is het belangrijk om heel goed naar je kind te blijven kijken. Een beetje mopperen, protesteren of kort huilen bij het inslapen kan normaal zijn, zeker als er iets verandert in de routine. Maar paniekerig, hoog, aanhoudend huilen is een duidelijk signaal dat het te veel is. Stop dan direct, pak je kind op als dat goed voelt voor jullie en kies eventueel een mildere aanpak op een later moment.

Een veelvoorkomende valkuil is dat ouders te snel grote stappen willen zetten: van samen in slaap vallen naar alleen in bed, zonder tussenstappen. Dat is voor veel kinderen te groot. Ze raken dan juist meer gehecht aan jouw aanwezigheid, omdat de afstand ineens zo groot voelt. Ook kan het gebeuren dat een methode even lijkt te ‘werken’ (je kind huilt minder), maar dat de onrust zich verplaatst naar andere momenten, zoals meer nachtelijk wakker worden of meer driftbuien overdag.

Een andere valkuil is dat ouders hun eigen grenzen negeren. Als je zelf in tranen op de overloop zit terwijl je kind huilt, is dat een belangrijk signaal dat deze aanpak niet bij jullie past. Slaapoplossingen horen ook voor jou als ouder draaglijk te zijn. Je mag altijd terugschakelen, zelfs als je ergens ‘aan begonnen bent’. Consequent zijn is waardevol, maar niet ten koste van je gevoel van verbinding en veiligheid.

Zachte alternatieven voor de cry out methode (4-12 maanden)

Voor baby’s van 4-12 maanden zijn er verschillende zachte methoden die gericht zijn op veiligheid, voorspelbaarheid en geleidelijke verandering. Een eerste stap is vaak het verbeteren van de basis: een herkenbaar slaapritueel, een passende slaapomgeving en een dagritme dat past bij de leeftijd. Veel nachtproblemen hangen samen met over- of juist ondervermoeidheid.

Daarnaast kun je kiezen voor methoden waarbij je baby nooit lang alleen hoeft te huilen. Denk aan de pick up put down benadering, waarbij je je baby oppakt als hij huilt, kalmeert en weer neerlegt zodra hij rustiger is. De pick up put down methode vraagt geduld, maar combineert duidelijkheid met nabijheid. Een andere optie is de waiting approach: je wacht heel kort bij onrustige geluidjes om te zien of je baby zelf weer in slaap valt, maar je grijpt in zodra het huilen duidelijk toeneemt.

Rond 6 maanden kun je, als de ontwikkeling dat toelaat, iets meer gaan oefenen met zelfstandig inslapen. Sommige ouders vinden het fijn om hierbij een specifieke slaaptraining baby 6 maanden te volgen, waarin stap voor stap wordt uitgelegd hoe je de ondersteuning langzaam kunt afbouwen. Belangrijk blijft: geen lange huilbuien, altijd bereikbaar blijven voor troost en stoppen als het voor jou of je baby te veel wordt.

Zachte alternatieven voor de cry out methode (1-2 jaar)

Bij kinderen van 1-2 jaar draait een zachte aanpak vaak om combinatie van duidelijke grenzen en nabijheid. Een vast bedtijdritueel, voorspelbare stappen en dezelfde woorden elke avond geven houvast. Als je kind moeite heeft met inslapen, kun je bijvoorbeeld beginnen met naast het bed zitten, hand vasthouden of zachtjes zingen. Vanuit daar bouw je in kleine stapjes af, bijvoorbeeld elke paar dagen een beetje verder van het bed.

De eerder genoemde chair methode kan hierbij helpend zijn, mits je flexibel blijft. Huilt je kind heel hard of klinkt het angstig, dan mag je altijd weer dichterbij komen of een stap terug doen in het proces. Sommige dreumesen hebben in deze fase juist extra nabijheid nodig door een ontwikkelingssprong, zoals de 15 maanden sprong of de 18 maanden sprong. Dan is het logisch dat slapen tijdelijk lastiger gaat.

Overdag kun je je kind helpen met het oefenen van loslaten en terugkomen: korte scheidingsspelletjes, verstoppertje, aankondigen dat je even naar de keuken loopt en weer terugkomt. Dat versterkt het vertrouwen dat jij er altijd weer bent. Ook hier geldt: stop direct als je kind extreem overstuur raakt en bouw het rustiger op. Het doel is dat je kind zich veilig genoeg voelt om te kunnen slapen, niet dat het ‘gewoon luistert’.

Praktische stappen vóór je zelfs maar aan cry out denkt

Voor je überhaupt over de cry out methode nadenkt, is het zinvol om eerst de basis langs te lopen. Kijk naar het dagritme: zijn de wakkertijden passend voor de leeftijd, wordt je kind niet structureel oververmoeid of doet het juist te veel dutjes? Soms kan één dutje overslaan of iets verschuiven in het schema al veel verschil maken. Ook te vroeg wakker worden kan duiden op een niet passend ritme; in dat geval kan advies over te vroeg wakker helpen.

Check ook de slaapomgeving: is het donker genoeg, niet te warm, niet te koud, zo prikkelarm mogelijk? Slaapt je baby al in een slaapzak en past die bij de leeftijd en mobiliteit, zoals beschreven bij baby in slaapzak? En is er een vast, voorspelbaar slaapritueel dat elke avond ongeveer hetzelfde verloopt? Deze basisaanpassingen zijn vaak minder spannend dan een methode en kunnen toch veel verbetering geven.

Als je dan nog steeds tegen grote slaapproblemen aanloopt, kun je kijken naar een geleidelijke vorm van baby leren slapen. Daarbij wordt vaak gewerkt in kleine stappen, met veel aandacht voor het tempo van je kind. Merk je dat je ondanks alle pogingen vastloopt, dan kan het fijn zijn om samen met een van de beschikbare slaapcoaches je situatie rustig te analyseren en een plan op maat te maken.

Controlled crying als laatste redmiddel – met strikte grenzen

Controlled crying (soms ook Ferber-methode genoemd) is een benadering waarbij je je kind korte momenten laat huilen, maar wel steeds terugkomt op vaste, oplopende intervallen. Voor kinderen van 4-12 maanden en 1-2 jaar is dit alleen een optie als laatste redmiddel, wanneer mildere methoden zorgvuldig en consequent zijn geprobeerd en niet haalbaar bleken. Zelfs dan moet je heel voorzichtig zijn.

Belangrijk is dat de wachttijden bij jonge kinderen kort blijven, bijvoorbeeld 1-2 minuten, en dat je direct stopt bij excessief huilen. Je gaat dus niet doof langs de deur zitten wachten, maar je blijft actief luisteren en beoordelen of je kind vooral moppert of echt overstuur is. Bij duidelijke paniek, benauwd klinken of een gevoel dat ‘dit niet klopt’, ga je naar binnen en troost je je kind. Twijfel je over de gezondheid of het welzijn van je kind, neem dan contact op met huisarts of consultatiebureau.

Controlled crying vraagt emotioneel veel van ouders. Als je merkt dat je zelf heel gespannen, boos of verdrietig wordt, is dat een signaal dat deze methode niet bij jullie past. In dat geval is het verstandiger om terug te schakelen naar een zachtere aanpak of professionele begeleiding te zoeken. Er is geen enkele verplichting om zo’n methode ‘af te maken’ als je voelt dat het niet goed is voor jullie gezin.

Wanneer is het verstandig om hulp te zoeken?

Als je al langere tijd extreem moe bent, overdag niet meer goed functioneert of merkt dat je steeds korter tegen je kind reageert uit uitputting, is het belangrijk om hulp in te schakelen. Dat kan beginnen met het consultatiebureau: samen kijken naar groei, ontwikkeling en het slaappatroon. Bij zorgen over gezondheid, pijn of opvallend gedrag is de huisarts het eerste aanspreekpunt. Een medische oorzaak moet altijd worden uitgesloten voordat je aan welke vorm van slaaptraining dan ook denkt.

Wanneer de basis in orde lijkt, maar je blijft vastlopen op het praktische ‘hoe dan?’, kan een gespecialiseerde professional meekijken. Via het overzicht van slaapcoaches kun je iemand zoeken die ervaring heeft met de leeftijd van jouw kind en met zachte, kindgerichte methoden werkt. Samen kun je een plan maken dat past bij jullie waarden, gezinssituatie en draagkracht.

Hulp vragen betekent niet dat je gefaald hebt. Het betekent dat je verantwoordelijkheid neemt voor jezelf en je kind. Slaap is een belangrijk onderdeel van de ontwikkeling, maar het is ook een thema dat ouders zwaar kan belasten. Je hoeft het niet alleen uit te zoeken.

Conclusie: cry out methode of toch een andere weg?

De cry out methode lijkt soms een snelle oplossing: je legt je kind in bed, reageert weinig en hoopt dat het vanzelf leert slapen. In de praktijk is het voor veel baby’s en dreumesen een emotioneel zware aanpak, die niet past bij hun ontwikkelingsniveau en behoefte aan nabijheid. Kinderen lang laten huilen is nooit gewenst. Het kan ervoor zorgen dat ze wel stil worden, maar niet per se rustig en veilig in slaap vallen.

Gelukkig zijn er veel zachtere alternatieven die beter aansluiten bij wat jonge kinderen nodig hebben. Door te investeren in een goed ritme, een voorspelbaar slaapritueel, een passende slaapomgeving en geleidelijke stappen richting meer zelfstandigheid, kun je vaak al veel winst behalen. Soms gaat dat langzaam en met hobbels, zeker bij sprongetjes of verlatingsangst, maar je blijft ondertussen werken aan vertrouwen en verbinding.

Als je merkt dat je ondanks al je inspanningen vastloopt, extreem moe bent of je zorgen maakt over je kind, is het verstandig om hulp in te schakelen. Het consultatiebureau, de huisarts en gespecialiseerde slaapcoaches kunnen met je meedenken. Je hoeft niet te kiezen tussen ‘alles laten zoals het is’ of ‘hard laten huilen’. Er is een middenweg, waarin jij en je kind gezien, gehoord en ondersteund worden op weg naar rustiger nachten.

Veelgestelde vragen

Voor de meeste baby’s kun je rond 4-6 maanden voorzichtig beginnen met heel milde vormen van slaaptraining, zoals meer voorspelbaarheid en kort oefenen met zelfstandig inslapen. Voor die tijd ligt de nadruk vooral op nabijheid, voeden op vraag en veiligheid. Intensieve methoden met huilen zijn in de eerste maanden niet passend.

De cry out methode wordt afgeraden omdat langdurig en intens huilen belastend is voor je baby en voor de ouder-kindrelatie. Of het direct gevaarlijk is, hangt af van de situatie, gezondheid en duur, maar het is in ieder geval geen gewenste aanpak. Bij twijfel over de gezondheid of veiligheid van je kind is het altijd belangrijk om contact op te nemen met huisarts of consultatiebureau.

Begin met een voorspelbaar slaapritueel, een passende slaapomgeving en een ritme dat bij de leeftijd past. Kies daarna een zachte aanpak, zoals de pick up put down benadering of de waiting approach, waarbij je altijd bereikbaar blijft voor troost. Meer ideeën vind je in het artikel over baby leren slapen.

Bij veel kinderen zie je binnen 1 tot 2 weken de eerste verbeteringen als je consequent en rustig blijft. Soms gaat het sneller, soms duurt het wat langer, zeker als er sprongetjes of tandjes spelen. Belangrijker dan snelheid is dat de methode goed voelt voor jou en je kind en dat het huilen binnen aanvaardbare grenzen blijft.

Stop direct als het huilen heftig, paniekerig of langdurig wordt en neem je kind bij je als dat voor jullie goed voelt. Kijk daarna opnieuw naar de basis: gezondheid, dagritme, slaapomgeving en je eigen draagkracht. Blijft je kind extreem overstuur bij meerdere pogingen, bespreek dit dan met het consultatiebureau of huisarts en overweeg ondersteuning van een van de slaapcoaches.

Rond 7-8 maanden is er vaak sprake van een grote ontwikkelingssprong, meer mobiliteit en beginnende verlatingsangst. Dat kan tijdelijk zorgen voor meer onrust, vaker wakker worden en meer behoefte aan nabijheid. Informatie over de 8 maanden sprong kan helpen om dit beter te begrijpen en je aanpak hierop aan te passen.

Redactie Slaapcoachvinden.nl

Redactie Slaapcoachvinden.nl

Delen:

Hulp nodig bij slaapproblemen?

Vind een gekwalificeerde slaapcoach in jouw buurt en verbeter je slaapkwaliteit.

Gerelateerde slaaptips

Interessante slaaptips

Ontdek meer waardevolle tips en inzichten over slaap en welzijn

Uitgelichte slaapcoaches

Ontdek gekwalificeerde slaapcoaches die je kunnen helpen