18 maanden sprong: waarom slaapt je dreumes ineens slechter?
De 18 maanden sprong is een bekende periode waarin veel dreumesen ineens slechter slapen, vaker huilen en meer grenzen opzoeken. Dit kan ouders behoorlijk onzeker maken.
Veel ouders herkennen het: net als je denkt dat het slapen eindelijk beter gaat, begint je kindje weer te protesteren bij het naar bed gaan of wordt 's nachts vaker wakker. Dat is ontzettend frustrerend en vermoeiend.
In dit artikel leer je wat de 18 maanden sprong precies inhoudt, waarom het invloed heeft op het slapen van je kind en hoe je hier als ouder op een milde, liefdevolle manier mee omgaat. Je krijgt praktische handvatten en bewezen stappen die je direct kunt toepassen voor meer rust in huis.
Wat is de 18 maanden sprong?
De 18 maanden sprong verwijst naar een ontwikkelingsfase rond 1,5 jaar waarbij kinderen grote stappen maken op sociaal, emotioneel en cognitief vlak. Je dreumes ontdekt dat hij een eigen wil heeft en gaat deze steeds vaker uiten. Ook leert hij complexe dingen als oorzaak-gevolg en eigen keuzes maken.
Deze snelle ontwikkeling veroorzaakt vaak veel onrust. Kinderen kunnen driftiger zijn, sneller huilen en opeens meer mama of papa willen. Het slapen raakt hierdoor vaak verstoord: inslapen wordt moeilijker, je kind wordt vaker wakker of wil ineens niet meer alleen slapen.
Een voorbeeld uit de praktijk: een ouder merkt dat haar dochter van 18 maanden, die altijd makkelijk in slaap viel, ineens elke avond huilt en haar knuffel niet meer los wil laten. Ze vraagt continu om 'nog een kusje' en wordt 's nachts overstuur wakker. Dit gedrag past precies bij de kenmerken van deze sprong.
Het is belangrijk om te beseffen dat de 18 maanden sprong normaal is en bij de ontwikkeling hoort. Het kan echter voor het hele gezin pittig zijn. Begrip voor deze fase helpt om er geduldig en liefdevol mee om te gaan.
Slaapregressie rond 18 maanden: wat gebeurt er precies?
Tijdens de 18 maanden sprong zie je vaak een tijdelijke slaapregressie. Je kind kan ineens moeilijk inslapen, wordt vaker wakker of verzet zich tegen het naar bed gaan. Dit komt door een combinatie van factoren: meer bewustzijn, groeiende zelfstandigheid en soms ook beginnende angst voor het alleen zijn.
Je dreumes beseft nu écht dat jij weggaat als je hem in bed legt. Dat kan leiden tot protest, huilen of zelfs paniek. Ook speelt separatieangst vaak op deze leeftijd. Dit is evolutionair gezien normaal: kinderen willen hun verzorger dichtbij houden omdat ze zich dan veilig voelen.
Een voorbeeld: een jongetje van 19 maanden die altijd zonder moeite sliep, begint ineens elke avond te schreeuwen zodra zijn moeder de kamer verlaat. Als zij rustig naast zijn bedje blijft zitten, valt hij wel in slaap. Dit laat zien hoe belangrijk nabijheid voor kinderen in deze leeftijdsfase kan zijn.
Naast emotionele factoren spelen ook praktische zaken mee, zoals het verminderen van het aantal dutjes. Sommige kinderen gaan rond deze leeftijd van twee naar één dutje per dag, wat tijdelijk tot meer vermoeidheid of juist overprikkeling kan leiden.
Praktische tips: zo help je je kind slapen tijdens de 18 maanden sprong
Gelukkig kun je met een paar simpele aanpassingen het slapen tijdens deze sprong vaak positief beïnvloeden. Het draait vooral om voorspelbaarheid, rust en nabijheid. Hieronder vijf concrete stappen:
- Blijf vasthouden aan een vast [slaapritueel](/slaaptips/slaapritueel). Doe elke avond dezelfde rustige handelingen in dezelfde volgorde, bijvoorbeeld voorlezen, knuffelen en een slaapliedje. Zo weet je kind precies wat er komt.
- Geef extra aandacht bij het naar bed brengen. Neem de tijd om te knuffelen of samen te praten over de dag. Je kind voelt zich hierdoor veilig en gezien.
- Houd het afscheid kort en voorspelbaar. Zeg altijd hetzelfde ('welterusten, tot morgen') en vertrek daarna rustig. Kom bij protest gerust even terug om te troosten, maar probeer het afscheid niet eindeloos te rekken.
- Wees niet bang om tijdelijk meer nabijheid te bieden, zeker bij veel huilen. Een hand op de rug of rustig naast het bedje zitten mag, zolang je kind zich hierdoor beter kan ontspannen.
- Let op tekenen van oververmoeidheid of juist te weinig slaap. Rond deze leeftijd hebben de meeste kinderen nog één [dutje overdag](/slaaptips/dutje-overslaan) nodig, meestal midden op de dag.
Een ouder zag bijvoorbeeld dat haar zoon veel moeite had met inslapen na het avondeten. Door een extra lang voorleesmoment toe te voegen aan het slaapritueel en hem te helpen zijn knuffel te vinden, werd het naar bed gaan geleidelijk weer rustiger.
Separatieangst en grenzen: zo vind je balans tussen troosten en zelfstandigheid
Veel dreumesen van 1 tot 2 jaar hebben last van separatieangst. Dat hoort bij deze leeftijd en is tijdelijk. Kinderen beseffen dat hun ouders weg kunnen gaan, maar nog niet dat ze altijd weer terugkomen. Vooral bij het slapen kan dit voor onrust zorgen.
Het is belangrijk om responsief te blijven: reageer op het verdriet van je kind en bied troost. Maar probeer ook stap voor stap te oefenen met kleine momentjes van zelfstandigheid. Bijvoorbeeld door eerst even samen in de kamer te blijven, en daarna steeds iets verder weg te gaan zitten (chair methode).
Stel duidelijke grenzen: laat weten dat het tijd is om te slapen en probeer het ritueel niet steeds opnieuw te beginnen. Geef gerust extra knuffels, maar maak er geen speelkwartier van. Dit geeft je kind duidelijkheid én veiligheid.
Een voorbeeld: een meisje van 18 maanden huilt zodra haar vader de kamer uitloopt. Door samen af te spreken dat hij eerst vijf minuten bij haar blijft zitten, dan naar de deur verhuist en dan pas weggaat, leert ze stap voor stap dat alleen slapen veilig is.
Let altijd goed op de reactie van je kind. Als het huilen extreem wordt of je merkt dat je kind overstuur blijft, stop dan direct en probeer een andere aanpak. Lang laten huilen is nooit gewenst. Heb je twijfels of merk je dat je kind structureel slecht slaapt en veel verdriet heeft, neem dan contact op met het consultatiebureau of een slaapcoach.
Wanneer moet je je zorgen maken?
Slaapregressie en onrust rond de 18 maanden sprong zijn normaal en meestal tijdelijk. Toch zijn er situaties waarin extra alertheid nodig is.
Als je kind bijvoorbeeld langer dan drie weken slecht slaapt, overdag extreem moe of prikkelbaar blijft, of je merkt dat het huilen niet te troosten is, kan er meer aan de hand zijn. Ook fysieke klachten zoals koorts, oorontsteking of andere gezondheidsproblemen kunnen een rol spelen. Raadpleeg bij twijfel altijd je huisarts of het consultatiebureau.
Wees ook alert als je zelf uitgeput raakt of het gevoel hebt dat je de situatie niet meer aankunt. Slaapproblemen hebben grote impact op het hele gezin. Je staat er niet alleen voor: professionele hulp via een slaapcoach kan dan uitkomst bieden.
Een vader merkte bijvoorbeeld dat zijn dochter van 19 maanden na vier weken nog steeds elke nacht uren wakker was en niet te troosten. Na overleg met een slaapcoach bleek dat het dagritme niet meer paste bij haar leeftijd en dat het verplaatsen van het dutje naar het begin van de middag voor meer rust zorgde.
Milde slaaptraining: wat werkt (en wat niet) bij 1-2 jaar?
Voor kinderen van 1 tot 2 jaar zijn milde, geleidelijke slaaptraining-methoden het meest geschikt. Denk aan stapjesgewijs oefenen met iets meer zelfstandigheid, maar altijd met veel troost en nabijheid. Methoden waarbij je je kind lang laat huilen zijn nooit wenselijk. Dit kan stress veroorzaken en het vertrouwen schaden.
De zogenaamde cry it out methode wordt afgeraden voor deze leeftijd. Ook gecontroleerd huilen (controlled crying of Ferber-methode) is alleen als laatste optie bespreekbaar, en dan alleen in zeer milde vorm en onder begeleiding. Stop direct bij excessief huilen en kies altijd voor een responsieve aanpak.
Voorbeelden van zachte methoden:
- De [chair methode](/slaaptips/chair-methode) waarbij je als ouder rustig in de kamer blijft zitten en stap voor stap verder van het bedje gaat zitten
- Samen een nieuw [slaapritueel](/slaaptips/slaapritueel) opbouwen met veel voorspelbaarheid
- Troosten op afstand door op vaste momenten even terug te komen en geruststellend te praten
Heb je het gevoel dat niets werkt of twijfel je over de aanpak, schakel dan een slaapcoach in voor begeleiding op maat. Elk kind is uniek en soms is persoonlijke afstemming nodig.
Veranderingen in het dagritme: overgang naar één dutje en andere routines
Rond 18 maanden maken veel kinderen de overgang van twee naar één dutje per dag. Dit kan tijdelijk voor extra vermoeidheid, huilerig gedrag en moeilijk inslapen zorgen. Het lichaam van je kind moet wennen aan het nieuwe ritme.
Let op de signalen van je dreumes: wordt hij eind van de ochtend al erg moe, probeer het dutje dan iets vroeger te plannen. Houd het wakker worden na het dutje in de gaten, want te laat slapen kan weer tot problemen bij het inslapen 's avonds leiden.
Een moeder merkte bijvoorbeeld dat haar dochter van 18 maanden 's ochtends niet meer wilde slapen, maar na de lunch wel twee uur rust pakte. Na een paar weken wennen sliep ze 's nachts weer beter door.
Ook andere routines kunnen veranderen. Sommige ouders overwegen rond deze leeftijd de overgang naar een peuterbed. Kijk goed of je kind daar al aan toe is. Veel kinderen voelen zich nog het veiligst in een ledikant. Meer over deze overgang lees je bij vanaf wanneer peuterbed en tot welke leeftijd ledikant.
Het belang van voorspelbaarheid en vaste routines
Juist in tijden van ontwikkeling en onrust biedt een vaste structuur houvast. Kinderen van 1 tot 2 jaar zijn gebaat bij duidelijke grenzen, voorspelbare bedtijden en herhaling. Dit geldt zowel voor het avondritueel als voor het dagprogramma.
Bedenk samen een fijn slaapritueel: denk aan een warm badje, pyjama aan, tandenpoetsen, boekje lezen, knuffel geven, slaapliedje zingen. Door dit elke dag op dezelfde manier te doen, weet je kind precies wat er gaat gebeuren. Dit geeft rust en veiligheid, zeker tijdens een sprong.
Ook overdag kun je voorspelbaarheid inbouwen door vaste eetmomenten, speeltijd en rustmomenten. Houd het aantal prikkels beperkt, vooral bij vermoeidheid. Veel kinderen hebben baat bij een rustig uurtje na het middagdutje.
Praktijkvoorbeeld: een gezin met een gevoelige dreumes merkte dat het avondeten direct na het badje, gevolgd door rustig samen lezen, het inslapen veel gemakkelijker maakte. Kleine aanpassingen in de routine kunnen dus groot effect hebben.
Conclusie
De 18 maanden sprong is een periode van grote ontwikkeling en kan tijdelijk voor veel slaapproblemen zorgen. Je dreumes zoekt grenzen op, ervaart separatieangst en heeft extra behoefte aan voorspelbaarheid en nabijheid. Gelukkig zijn er milde, liefdevolle strategieën die helpen: vaste routines, extra troost en geduld maken het verschil.
Het is normaal dat het slapen tijdelijk even minder goed gaat. Geef jezelf en je kind de tijd om te wennen aan deze nieuwe fase. Houd altijd de grenzen van je kind in de gaten en stop direct met een aanpak als je merkt dat het huilen te heftig wordt. Vertrouw op je gevoel en schakel hulp in als je er zelf niet uitkomt. Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen tempo, en ook deze sprong gaat weer voorbij.
Veelgestelde vragen
De 18 maanden sprong start vaak tussen de 17 en 19 maanden, maar het exacte moment verschilt per kind. Soms merk je al eerder signalen, zoals meer driftbuien of slechter slapen.
Ja, meer huilen en vastklampen aan ouders zijn normale reacties. Blijf responsief en troost je kind. Stop direct bij excessief huilen en schakel hulp in als je je zorgen maakt.
Bied extra nabijheid, houd het slaapritueel rustig en voorspelbaar, en oefen eventueel met de chair methode voor een zachte overgang. Wees geduldig, het is een fase die voorbijgaat.
De meeste kinderen herstellen binnen 2 tot 6 weken hun oude slaappatroon. Soms duurt het iets langer, afhankelijk van temperament en situatie thuis.
Blijf het dutje aanbieden op een vast moment, ook als je kind soms niet slaapt. Rustmomenten zijn belangrijk. Inspiratie vind je bij dutje overslaan.
Gerelateerde slaaptips
Baby slaapt veel bij sprongetje? Oorzaken + 7 tips
Baby slaapt veel sprongetje? Ontdek eindelijk wat normaal is en wat niet. Leer in 7 simpele stappen hoe je je baby 0-16 weken en 4-12 maanden veilig ondersteunt.
7 maanden sprong: waarom je baby ineens slechter slaapt
7 maanden sprong en plots slechte nachten? Ontdek eindelijk simpele, bewezen tips in 5 stappen om je baby weer rustiger te laten slapen, zonder lange huilbuien.
20 maanden sprong: waarom slaapt je peuter zo onrustig?
20 maanden sprong en ineens slaapt je kind slecht? Ontdek in 5 simpele stappen hoe je rustiger nachten krijgt, eindelijk zonder onnodig huilen.
Interessante slaaptips
Ontdek meer waardevolle tips en inzichten over slaap en welzijn
Put down put down methode: zacht leren slapen
Put down put down methode: ontdek hoe je baby eindelijk rustiger kan slapen, simpel en zonder lang huilen. Leer in 5 stappen voor 0-16 weken en 4-12 maanden.
Tot welke leeftijd blijft een peuterbed geschikt?
Tot welke leeftijd is een peuterbed geschikt? Lees hier alles over peuterbedden voor 1-2, 2-3 en 3-4 jaar. Praktische tips, veiligheid en overgang naar een groter bed.
14 maanden sprong: waarom slaapt je dreumes ineens slechter?
14 maanden sprong? Ontdek bewezen tips voor dreumesen van 1-2 jaar. Eindelijk rust in 5 stappen. Leer hoe je de sprong herkent en aanpakt.
Slaapregressie 11 maanden: wat nu en 7 zachte tips
Slaapregressie 11 maanden? Ontdek eindelijk simpele, bewezen tips in 5 stappen voor rustiger nachten, met advies voor 4-12 maanden en 1-2 jaar.
Peuter in groot bed met slaapzak: wanneer en hoe?
Peuter in groot bed met slaapzak? Ontdek eindelijk simpele, bewezen tips in 5 stappen voor 1-2, 2-3 en 3-4 jaar. Leer hoe je de overgang veilig en rustig maakt.
Tot wanneer inbakeren? Simpel en veilig afbouwen zonder stress
Tot wanneer inbakeren? Ontdek eindelijk het veilige moment om te stoppen, inclusief 5 bewezen stappen en praktisch advies voor baby's van 0-12 maanden.
Uitgelichte slaapcoaches
Ontdek gekwalificeerde slaapcoaches die je kunnen helpen