Slaaptraining & methodes
1 december 2025
10 min lezen
Put down put down methode bij baby van 6 maanden die rustig in een ledikant wordt neergelegd door ouder

Put down put down methode: zacht leren slapen

De put down put down methode is een zachte manier om je baby te helpen zelfstandig in slaap te vallen, zonder dat je je kind lang laat huilen.

Veel ouders zoeken iets tussen continu wiegen en alleen laten huilen in. Je wilt je baby troosten én tegelijk werken aan meer rust in de nachten.

In dit artikel leg ik stap-voor-stap uit wat de put down put down methode is, hoe je deze veilig en liefdevol toepast bij 0-16 weken en bij 4-12 maanden, welke valkuilen er zijn en wanneer je beter kunt stoppen of een andere aanpak kiest.

Wat is de put down put down methode precies?

De put down put down methode is een heel geleidelijke manier om je baby in bed te leggen, terwijl je wél beschikbaar blijft voor troost. Je pakt je baby op als hij overstuur raakt, kalmeert hem, en legt hem daarna weer neer zodra hij rustiger is.

De kern is dat je baby leert: “ik val in mijn eigen bedje in slaap, maar ik sta er niet alleen voor”. Je reageert steeds op signalen, zonder dat je je baby lang laat huilen. Dit vraagt geduld, maar past goed bij ouders die nabijheid belangrijk vinden.

Belangrijk is om deze methode te zien als onderdeel van een groter plaatje: een voorspelbaar slaapritueel, een veilige slaapomgeving en realistische verwachtingen voor de leeftijd. De methode zelf is geen trucje dat alles oplost, maar een hulpmiddel binnen een warme, responsieve aanpak.

In de praktijk ziet het er vaak zo uit: je legt je baby wakker maar slaperig neer, je biedt nabijheid (stem, hand, aaien), je pakt je baby alleen op als hij echt overstuur raakt, en legt hem weer neer zodra hij weer kalmer is. Dit herhaal je meerdere keren achter elkaar: put down, troosten, weer put down.

Verschil met de pick up put down methode en andere technieken

De put down put down methode lijkt op de bekende pick up put down methode, maar de nadruk ligt nog meer op het neerleggen in bed en minder op langdurig dragen. Je doel is dat het bedje de plek wordt waar je baby tot rust komt, met jouw hulp.

Bij pick up put down pakken ouders de baby vaak op bij elk huiltje. Bij de put down put down methode observeer je preciezer: is dit mopperen, in slaap vallen, of echt overstuur raken? Alleen bij duidelijk overstuur zijn pak je op. Zo voorkom je dat je baby juist alerter wordt door steeds weer optillen.

In tegenstelling tot strengere vormen van slaaptraining draait deze methode niet om “laten huilen tot hij het leert”. Kinderen lang laten huilen is nooit gewenst. De insteek is altijd: je blijft beschikbaar, je biedt troost en veiligheid, en je stopt direct bij excessief huilen.

Vergeleken met bijvoorbeeld de waiting approach methode is put down put down actiever: je wacht niet alleen af, maar grijpt in als je baby het nodig heeft. Voor veel ouders voelt dat veiliger en natuurlijker, zeker in de eerste maanden.

Basisvoorwaarden: wanneer is de put down put down methode zinvol?

De put down put down methode werkt het best als de basis op orde is. Dat betekent: een voorspelbaar ritme, een rustige slaapomgeving en aandacht voor signalen van vermoeidheid. Zonder die basis wordt elke methode zwaar, zowel voor jou als voor je baby.

Voor 0-16 weken is het belangrijk om je verwachtingen aan te passen aan de ontwikkelingsfase. In deze periode is slapen nog heel wisselend en onvoorspelbaar. De methode gebruik je dan vooral om rust en veiligheid te bieden, niet om “doorslapen af te dwingen”. Kort wiegen, voeden en huid-op-huid contact blijven belangrijk.

Bij 4-12 maanden wordt het slaapritme wat voorspelbaarder. Dan kun je de put down put down methode gerichter inzetten om je baby stapje voor stapje meer zelfstandig te laten inslapen. Vooral rond de 4 maanden sprong en de 8 maanden sprong kan het helpen om een duidelijke, rustige aanpak te hebben.

Let ook op medische of andere zorgen: bij twijfel over gezondheid, groei, reflux of extreem huilen is het belangrijk om altijd eerst je huisarts of consultatiebureau te raadplegen. Een methode aanpassen heeft weinig zin als er iets anders speelt dat eerst aandacht vraagt.

Put down put down methode bij 0-16 weken: heel zacht en responsief

In de eerste 16 weken staat veiligheid, nabijheid en regulatie centraal. De put down put down methode is in deze fase vooral een manier om je baby langzaam te laten wennen aan het bedje, zonder hoge verwachtingen over zelfstandig slapen.

Je kunt bijvoorbeeld starten na een voeding, wanneer je baby slaperig is. Je maakt de kamer donkerder, volgt een kort ritueeltje (luier, slaapzak, liedje) en legt je baby dan op de rug in het bedje. Veel ouders vragen zich in deze fase af vanaf wanneer een baby in slaapzak kan slapen; dat hangt af van gewicht, maat en temperatuur.

Mopperen en even protesteren horen bij in slaap vallen. Zolang het zacht mopperen is, kun je dichtbij blijven, zachtjes praten of een hand op de buik leggen. Wordt je baby echt overstuur, met intens huilen, dan pak je hem op. Je wiegt rustig tot hij weer duidelijk kalmer is, niet per se in slaap, en legt hem dan weer neer.

Een voorbeeld: je 6 weken oude baby huilt hard zodra je hem neerlegt. Je pakt hem op, wiegt tot het huilen zakt naar snikken of zuchten, en legt hem dan opnieuw neer. Blijft het huilen heftig, dan stop je met de oefening en kies je voor volledige troost op de arm of borst. Stop direct bij excessief huilen; in deze leeftijdsfase is lange frustratie echt niet de bedoeling.

Put down put down methode bij 4-12 maanden: meer structuur en duidelijkheid

Tussen 4 en 12 maanden kun je de put down put down methode iets consequenter inzetten. Je baby kan nu beter wennen aan een patroon en is vaak in staat om korte momenten zelf te overbruggen richting slaap.

Je begint met een vast, voorspelbaar bedritueel: bijvoorbeeld voeding, pyjama, baby in slaapzak, boekje, liedje, knuffel en dan het bedje in. Door elke keer dezelfde volgorde te nemen, geef je je baby houvast: “nu komt slapen”.

Daarna leg je je baby wakker maar slaperig neer. Blijf er gerust bij. Sommige baby’s hebben genoeg aan je stem of een hand op hun buik. Bij ander gedrag, zoals flink huilen, pak je je baby op, kalmeer je hem en leg je hem weer neer zodra hij rustiger is. Je herhaalt dit meerdere keren achter elkaar.

Een concreet voorbeeld: je 7 maanden oude baby gaat ‘s avonds moeilijk in slaap. Je legt hem neer, hij begint te huilen. Je wacht even om te zien of het overgaat in mopperen. Blijft het duidelijk huilen, dan pak je hem op, wiegt tot hij weer rustig ademt, en legt hem weer neer. Misschien moet je dit 5-10 keer herhalen. Merk je dat het huilen juist toeneemt, stop dan en kies voor een andere, zachtere aanpak die avond.

Stapsgewijze aanpak: zo voer je de put down put down methode in

Een gestructureerde aanpak helpt om de put down put down methode overzichtelijk te houden. Zie het als een proces van weken, niet van één nacht. Hoe rustiger jij blijft, hoe veiliger het voor je baby voelt.

  1. Kies één slaapmoment om mee te oefenen, bijvoorbeeld de eerste avond of het eerste dutje van de dag.
  2. Zorg voor een voorspelbaar ritueel en een passende wakkertijd voor de leeftijd, zodat je baby niet over- of ondervermoeid is.
  3. Leg je baby op de rug in het bedje, wakker maar slaperig, en blijf in de buurt.
  4. Reageer op signalen: bij zacht mopperen bied je geruststelling in het bed, bij duidelijk overstuur huilen pak je je baby op.
  5. Kalmeer op de arm tot je baby weer duidelijk rustiger is, en leg hem dan weer neer. Herhaal dit zo vaak als nodig, zolang jullie beiden redelijk rustig blijven.

Als je merkt dat het huilen toeneemt, of jijzelf erg gespannen raakt, is dat een signaal om te stoppen. Op zulke momenten is het vaak beter om te kiezen voor volledige nabijheid, bijvoorbeeld dragen of voeden, en het de volgende dag opnieuw rustig te proberen.

Sommige ouders combineren deze methode met elementen uit de 5s methode baby, zoals inbakeren (als dat nog veilig is), wiegen of sussen. Let er dan wel op dat je later ook weer veilig gaat inbakeren afbouwen zodra je baby tekenen van rollen laat zien.

Grenzen, huilen en wanneer stoppen met de methode

Huilen hoort bij baby’s en is op zichzelf niet schadelijk. Toch is het belangrijk om hier heel zorgvuldig mee om te gaan. Kinderen lang laten huilen is nooit gewenst, zeker niet in de eerste maanden. Bij de put down put down methode is huilen een signaal, geen middel.

Excessief huilen is een duidelijke stopknop. Dat betekent: hard, ontroostbaar huilen dat niet afneemt, ook niet als je troost biedt. In zo’n situatie is het belangrijk om direct te stoppen met oefenen en volledig te focussen op troosten en nabijheid. Blijft je baby vaak zo intens huilen, neem dan altijd contact op met het consultatiebureau of de huisarts.

Let ook op je eigen grenzen. Als jij of je partner merkt dat je boos, machteloos of heel verdrietig wordt, is dat een signaal dat het te veel is. Pauzeer de methode, kies voor een periode vooral voor rust en nabijheid, en kijk later opnieuw wat bij jullie gezin past.

Bij oudere baby’s (rond 6-12 maanden) zoeken sommige ouders naar strengere methoden, zoals gecontroleerd laten huilen. Dat kan soms als laatste redmiddel worden genoemd, maar past niet bij elke ouder of elk kind en vraagt strikte grenzen: korte intervallen, altijd beschikbaar blijven, en stoppen als het huilen uit de hand loopt. Wil je die kant op denken, bespreek dit dan bij voorkeur met een professional, bijvoorbeeld een van de beschikbare slaapcoaches.

Veelvoorkomende valkuilen en hoe je ze voorkomt

Bij de put down put down methode zijn er een paar typische valkuilen. Een van de grootste is te snel wisselen van aanpak. De ene avond draag je je baby tot hij slaapt, de volgende avond probeer je put down put down, daarna weer iets anders. Dat maakt het voor je baby moeilijk om te begrijpen wat er gaat gebeuren.

Probeer daarom één aanpak een aantal dagen tot weken redelijk consequent te volgen, zolang het voor jullie beiden goed voelt en er geen excessief huilen is. Kleine aanpassingen zijn prima, maar houd de hoofdlijn hetzelfde: voorspelbaar ritueel, neerleggen in bed, troost bij huilen, weer neerleggen.

Een andere valkuil is een onhandig moment kiezen. Rond een sprongetje, zoals de 8 maanden sprong, of tijdens ziekte of tandjes kan je baby tijdelijk onrustiger slapen. In zulke fases is het vaak verstandiger om vooral te focussen op troost en pas later weer echt te oefenen met zelfstandiger inslapen.

Tot slot: onderschat niet hoe belangrijk een passend slaapritme is. Een baby die structureel oververmoeid is, zal veel harder huilen bij elke methode. Twijfel je aan het ritme, dan kan een artikel over baby leren slapen of persoonlijk advies helpen om eerst de basis te verstevigen.

Conclusie: is de put down put down methode iets voor jullie?

De put down put down methode kan een warme, respectvolle manier zijn om je baby te helpen wennen aan slapen in het eigen bedje, zonder dat je je kind lang laat huilen. Het is geen snelle truc, maar een proces waarin je steeds weer afstemt op de signalen van je baby.

Voor 0-16 weken ligt de nadruk vooral op veiligheid, nabijheid en realistische verwachtingen. In deze fase gebruik je de methode vooral om rust in het bedje te koppelen aan jouw aanwezigheid. Tussen 4 en 12 maanden kun je de aanpak wat consequenter inzetten, met meer focus op zelfstandig inslapen en een duidelijker ritme.

Belangrijk blijft: kinderen lang laten huilen is nooit gewenst, en jij kent je kind het beste. Als het niet goed voelt, als het huilen toeneemt of als je je zorgen maakt, is dat een signaal om te stoppen, terug te schakelen naar meer nabijheid of hulp te zoeken. Elke baby en elk gezin is anders; de beste methode is de methode die bij jullie past én waarin je kind zich veilig en gezien voelt.

Veelgestelde vragen

Je kunt elementen van de put down put down methode al heel zacht inzetten vanaf de geboorte, maar dan vooral gericht op wennen aan het bedje en nabijheid bieden. Echte verwachtingen over zelfstandig inslapen passen meestal beter vanaf ongeveer 4 maanden, als het slaapritme iets stabieler wordt.

Ja, mits je altijd de basisregels voor veilig slapen volgt: op de rug slapen, een leeg bedje en een geschikte slaapzak of deken. Let ook op signalen van overprikkeling of oververmoeidheid en stop direct als je baby excessief huilt. Twijfel je over veiligheid, bespreek dit dan met het consultatiebureau.

Begin altijd met een kort, voorspelbaar ritueel, bijvoorbeeld wassen, pyjama, slaapzak en een liedje. Daarna start je met neerleggen en troosten volgens de methode. Een rustig slaapritueel helpt je baby te begrijpen dat de dag overgaat in de nacht.

Dat verschilt enorm per kind. Sommige ouders merken binnen een paar dagen dat inslapen rustiger gaat, anderen hebben eerder weken nodig. Zie elke kleine stap als vooruitgang, zoals minder lang wiegen of sneller tot rust komen in bed, in plaats van te focussen op direct doorslapen.

Dan is deze methode op dit moment waarschijnlijk niet passend voor jullie. Kies tijdelijk voor een zachtere aanpak met meer dragen, voeden of samen nabij zijn. Je kunt later altijd opnieuw kijken of een andere vorm van slaaptraining beter aansluit bij de leeftijd en het karakter van je kind.

Redactie Slaapcoachvinden.nl

Redactie Slaapcoachvinden.nl

Delen:

Hulp nodig bij slaapproblemen?

Vind een gekwalificeerde slaapcoach in jouw buurt en verbeter je slaapkwaliteit.

Gerelateerde slaaptips

Interessante slaaptips

Ontdek meer waardevolle tips en inzichten over slaap en welzijn

Uitgelichte slaapcoaches

Ontdek gekwalificeerde slaapcoaches die je kunnen helpen